Ga verder naar de inhoud

Logopedist

Nog voor patiënten een operatie ondergaan, komt de logopedist vaak al langs om uit te leggen wat ze mogen verwachten qua ingreep en gevolgen. Dat kan erg geruststellend werken en geeft beide partijen de kans om elkaar te leren kennen, iets wat alleen maar helpt in de rest van het traject. Meteen na de operatie verschijnt de logopedist weer aan het bed om de patiënt meteen te helpen bij weer leren eten, drinken, slikken, praten of om de nieuw gemaakte opening in de keel te leren verzorgen.

Concreet biedt de logopedist slikrevalidatie aan, waarbij technieken worden aangeleerd om weer goed te leren slikken of problemen daarmee te voorkomen. Zo kan de radiotherapie vitale structuren zoals de slokdarm en het strottenhoofd wel gespaard hebben, maar die wel stijver en minder gevoelig gemaakt hebben, waardoor patiënten zich gemakkelijk verslikken. De logopedist staat hen hierin bij, ook door de voeding te mixen, malen of in te dikken tot de juiste consistentie zodat eten efficiënter en veiliger verloopt, door samen de sondevoeding af te bouwen zonder verlies aan calorieën en vocht, en door te streven naar eetgedrag dat opnieuw sociaal kan gebeuren, bijvoorbeeld met de rest van het gezin mee aan tafel.

“Weinigen staan erbij stil hoe en hoe vaak je slikt, tot dat plots heel moeilijk wordt. Het vraagt heel veel geduld en doorzettingsvermogen om opnieuw een functie aan te leren waarbij je jaren niet hebt nagedacht. Het traject varieert van weken tot maanden, maar stap voor stap gaan we vooruit.”

— Professor Ann Goeleven

Laryngectomie

Na een volledige laryngectomie ademt de patiënt levenslang via een opening in zijn hals, waardoor hij die ademhaling niet kan gebruiken om te spreken. Gelukkig kan de patiënt weer leren praten met de slokdarm, want als hij of zij lucht uit de maag naar boven brengt, maakt de slokdarm geluid en kan de patiënt dat gebruiken om weer spraak te produceren. Dat was altijd een lang en moeilijk proces, dus de logopedisten zijn blij dat er ondertussen stemknoppen ontwikkeld zijn. Dat is een ventiel dat ervoor zorgt dat de patiënt de halsopening kan afsluiten, dat er lucht naar de slokdarm wordt gestuurd en de patiënt daarmee kan spreken. Sindsdien kunnen patiënten twee weken na hun ingreep meestal al korte zinnen zeggen. Na een maand zijn de meesten in staat om weer gesprekjes te voeren.

“Die eerste woorden gaan vaak gepaard met tranen. Het is zo’n emotioneel moment om iemand weer te horen praten. Het is weliswaar met een andere, nieuwe stem, maar wel nog in het dialect en met het woordgebruik dat zo eigen is aan de patiënt. Studies wijzen uit dat gelaryngectomeerden zes maanden na hun operatie weer even veel levenskwaliteit ervaren als ervoor. Het vraagt een enorme aanpassing, maar het merendeel slaagt daarin. Ik had zelfs al patiënten die nadien terug voor de klas gingen staan.”

— Professor Ann Goeleven

Ook na de verwijdering van een deel van de tong of onderkaak is spraakrevalidatie aan de orde. Is er maar een kwart van de tong weggenomen, dan is het lichaam vaak plastisch genoeg om dat vrij vlot gecompenseerd te krijgen, maar bij grotere ingrepen is het een langduriger verhaal. De uitspraak is levenslang aangetast en het remediëren ervan kan maanden tot jaren duren. Maar met de hulp van een logopedist kan de patiënt zijn of haar articulatie blijven trainen en verbeteren.

Patiënten die een laryngectomie moeten ondergaan, krijgen vaak de steun van lotgenoten die hen voorgingen en die voor de operatie langskomen om te vertellen hoe ze hebben leren leven met hun nieuwe stem. De meest recente technologie helpt ook om de spraakfunctie mooi te herstellen. En dan heb je nog de moed en het doorzettingsvermogen van de patiënten zelf. Ik sta er vaak van versteld hoe positief zij omgaan met hun nieuwe realiteit.

— Professor Paul Clement